Onmacht en onbeantwoorde vragen
Blog – Op 10 september was het Wereld Suïcide Preventie Dag. In het kader hiervan delen we een blog van Fatima Elaichouchi over een suïcide onder een van haar cliënten. Fatima werkt als verpleegkundige op de Spoedpoli bij GGZ Drenthe en schrijft regelmatig blogs over haar werk.
‘Ik schrijf graag over thema’s die me inspireren en energie geven, of over thema’s die me raken. Vandaag gaat het over een zeer gevoelig onderwerp, dat soms door hulpverleners, familieleden en naasten en zelfs cliënten als taboe wordt ervaren: zelfdoding.
Op de Spoedpoli krijgen we bijna dagelijks te maken met cliënten die zich suïcidaal uiten. Ze worden naar de Spoedpoli verwezen ter beoordeling van hun suïcidaliteit. We nemen geen risico als het om suïcidaliteit gaat, want we willen koste wat kost suïcide voorkomen. Daarom werken we strikt conform protocol, we zijn accuraat en precies in de beoordeling, overleggen met elkaar en wegen en overwegen het suïcidale gedrag. We kunnen ons geen fouten permitteren, want die hebben mogelijk ernstige, onomkeerbare gevolgen.
De casus van een veertigjarige man heeft diepe indruk op me gemaakt.
Hij ziet er goed verzorgd uit en is zeer aangenaam in het contact, echt een gentleman. Na zijn relatiebreuk, een paar dagen geleden, ziet hij het leven echter niet meer zitten. Hij heeft aan zijn huisarts gevraagd zijn leven op een nette manier te beëindigen, een soort spoed euthanasie, volgens eigen zeggen. Daarop heeft de huisarts hem met zijn goedvinden aangemeld bij de Spoedpoli.
Na een uitnodigende en warme ontvangst volgt een korte kennismaking en een uitleg over de bedoeling en de verwachtingen van het gesprek en de beoordeling die daarna volgt. We gaan praten over zijn suïcidewens. We hanteren daarbij het protocol met vragen conform de CASE-benadering om suïcidaliteit te beoordelen.
De man vertelt dat hij absoluut niet van plan is om zichzelf van het leven te beroven. “Mijn ex-vrouw is vijf jaar geleden om het leven gekomen door zelfmoord. De beelden staan op mijn netvlies gebrand. Ik heb hierdoor een ernstig trauma opgelopen. Die rauwe pijn draag ik mee tot aan mijn graf. Ik zou dit zelf echter niemand willen aandoen. Het is als nabestaande afschuwelijk om mee te maken”, aldus de man. “Ik heb op dit moment vooral behoefte om met iemand te praten en mijn hart luchten, daarom zit ik hier.”
Hij vertelt dat hij thuis zit vanwege een arbeidsconflict met zijn baas. Maar eigenlijk interesseert hem dat niet. Zijn wanhoop betreft het vertrek van zijn vriendin, een paar dagen geleden. Ze waren sinds drie jaar samen. Ze was alles voor hem. Door de relatiebreuk komen de trieste herinneringen uit het verleden ineens weer boven. Zijn ex-vrouw is na de scheiding, tien jaar geleden, met de kinderen vertrokken. Alle contact is daarna mislukt, hij heeft hen tot zijn grote verdriet niet meer gezien.
Andere familie heeft hij niet. Zijn ouders zijn er niet meer en ook zijn broer en zus zijn zeven en vier jaar geleden overleden, aan een erfelijke vorm van kanker. Zelf is hij ook bang de ziekte te krijgen, vertelt hij.
De dreiging van eenzaamheid en ziekte achtervolgen hem als een bloeddorstig monster, dat hem wil opslurpen in een oneindige lege en donkere wereld. Zijn enige hoop vormen zijn kinderen, zijn liefde voor hen is sterk. Nu ze volwassen worden, staan ze wellicht open voor contact, hoopt hij. Dat kan misschien houvast bieden nu hij radeloos is door het vertrek van zijn vriendin.
Uit de uitgebreide beoordeling door de psychiater en de sociaal-psychiatrisch verpleegkundige blijkt dat er inderdaad geen sprake is van suïcidaliteit en ook niet van een psychiatrisch beeld, maar van sociale, emotionele en maatschappelijke problemen. Afgesproken wordt, dat maandag via de huisarts direct maatschappelijk werk wordt ingeschakeld om hem hierin, en ook bij zijn pogingen in contact te komen met zijn kinderen, te ondersteunen.
Hij mag met rustgevende medicatie naar huis. Zijn buurman en goede vriend is intussen gebeld en naar de Spoedpoli gekomen om hem op te halen. We spreken af dat hij dit weekend bij hem kan eten en overnachten, zodat hij niet alleen is. En verder kan hij dag en nacht bellen als hij vragen heeft, of langskomen op de Spoedpoli. Als het nodig is, komt de Crisisdienst bij hem thuis.
Op zondagochtend belt hij inderdaad: zijn medicatie is bijna op, maar verder redt hij het wel, zegt hij. Hij krijgt een herhalingsrecept, waarmee hij naar de apotheek kan gaan. Aan het eind van de middag brengt een collega me echter de onheilstijding: “De man die eergisteren op de Spoedpoli was, heeft zelfmoord gepleegd….”
Achteraf blijkt dat hij zijn werkelijke gedachten voor alle hulpverleners goed kon verbloemen. Hij zat in een tunnel en zag geen oplossing meer. Zijn besluit stond al vast, zo blijkt uit afscheidsbrieven die bij hem thuis lagen. Wilde hij daadwerkelijk uit het leven stappen? Was het een uiting van lijden en een poging daar iets aan te doen? Wilde hij een oplossing voor problemen, wanhoop en pijn en had hij behoefte aan liefde en steun? Hoopte hij dat iemand hem kon redden? Anders was hij immers niet naar de Spoedpoli gekomen en had hij niet om hulp gevraagd.
De dagen na het incident zie ik hem nog in de gesprekskamer zitten met zijn bezwete hoofd. Gevoelens van verdriet, onmacht, schuldgevoel, boosheid en veel onbeantwoorde vragen houden me dagenlang bezig. Suïcide is een nachtmerrie voor hulpverleners die op directe of indirecte wijze betroken zijn. In dit geval heb ik gelukkig geen moment getwijfeld over de juistheid en nauwkeurigheid van ons handelen. Ik geloof niet dat we dit hadden kunnen voorkomen. Het blijft erg moeilijk om goed in te schatten of er sprake is van concrete voornemens.
Nadien is met de betrokken collega’s en de aandachtfunctionaris suïcidepreventie uitgebreid geëvalueerd en de emotionele impact van de zelfdoding besproken. Praten is uiteindelijk verwerken. Na een paar dagen was de ergste schrik verdwenen, maar ik blijf op zoek naar antwoorden die ik niet zal krijgen. Misschien is suïcide in ons werk niet altijd te voorkomen, maar dit wil ik niet nog eens meemaken. Het heeft me nog alerter gemaakt op signalen van suïcidaal gedrag.’
De beschreven situatie in deze blog is aan de werkelijkheid ontleend, namen en persoonlijke omstandigheden zijn veranderd.