Waarom SUPRANET GGZ?
Ondanks dat er vele levens worden gered, is er op het gebied van suïcidepreventie in de instellingen nog een wereld te winnen. Elke suïcide heeft veel impact. Natuurlijk in eerste instantie voor de nabestaanden. Maar ook voor de hulpverleners die zich elke dag opnieuw inzetten om suïcide onder hun patiënten te voorkomen.
Zodanig goede zorg leveren dat niemand overlijdt aan zelfmoord. Dat is het gezamenlijke doel van de instellingen die deelnemen aan SUPRANET GGZ.
Binnen een enkele GGZ instelling overlijdt een zeer klein deel van de cliëntenpopulatie door suïcide. Daarom is het ontdekken van patronen, als deze er al zijn, op instellingsniveau lastig. Binnen SUPRANET GGZ werken 16 grote instellingen samen om de kwaliteit van suïcidepreventie zichtbaar te maken, te leren wat er beter kan en de zorg waar nodig te verbeteren.
Goede organisatie in de praktijk
Voor goede suïcidepreventie werken hulpverleners in de ggz volgens de Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag. Het is van belang om verschillende maatregelen – of barrières – tegelijkertijd in te zetten. Zoals het betrekken van naasten, het hebben van een actueel veiligheidsplan, regelmatig screenen op suïcidaliteit en het verkorten van de wachttijd. In de praktijk is dit soms lastig te organiseren. Binnen SUPRANET GGZ werken deelnemers aan het dichten van de kloof tussen wat we weten en een goede organisatie in de praktijk.
Betekenisvolle benchmarking
Met SUPRANET GGZ heeft de ggz een belangrijke stap gezet naar betekenisvolle benchmarking. Voorheen werden uitsluitend absolute aantallen bekendgemaakt via de website van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Vergelijkingen tussen instellingen of in de tijd op basis van het absolute aantal suïcides zijn niet veelzeggend. Ze zijn namelijk geen basis voor leren en verbeteren. Als er bijvoorbeeld in één instelling minder suïcides zijn dan in een ander, dan kan dat komen doordat het een kleinere instelling is, maar bijvoorbeeld ook doordat het een jeugdinstelling is. Om betekenisvolle informatie te genereren moeten data gecorrigeerd worden voor zoveel mogelijk variabelen die effect hebben op het aantal suïcides.
Het gaat hierbij om kenmerken van de cliënten, van de instelling en van de regio. SUPRANET GGZ wil dat met zoveel mogelijk deelnemers doen, zodat er betrouwbare informatie beschikbaar komt voor kwaliteitsverbeteringen.